De vier belangrijkste conclusies van de beoordeling en evaluatie zijn:
3.1: Er is grote behoefte aan de oprichting of versterking van efficiënte netwerken van intentional Christian communities en aan ondersteuning van de samenwerking en de uitwisseling van ‘good practices’ tussen ICC’s.
Tijdens de gesprekken werd duidelijk dat er onder de ICC’s verbazingwekkend weinig kennis is over de plannen, activiteiten en initiatieven van andere ICC’s. Dit geldt voor de organisaties binnen een bepaalde denominatie in een bepaald land, nog meer voor de kennis over ICC’s in andere denominaties. Contacten over de grens waren nog schaarser; informatie was veel minder beschikbaar of werd veel minder gedeeld dan verwacht, sleutelfiguren hadden weinig kennis van elkaar of waren nooit in staat geweest om contacten te leggen.
Wat de protestantse ICC’s betreft, bestaat de indruk dat de meerderheid vrij onafhankelijk werkt en dat er nu pas koepelorganisaties worden ontwikkeld. Interessant is dat deze (koepel)organisaties weinig tot geen contacten lijken te hebben met Rooms-Katholieke (koepel)organisaties.
In de loop van de gesprekken is een beperkt aantal contacten gelegd met seculiere intentional communities rond onderwerpen als rechtvaardigheid en vrede, ecologie, sociale rechtvaardigheid. Deze organisaties waren enerzijds allemaal enigszins verbaasd om benaderd te worden, anderzijds zeer gastvrij en geïnteresseerd in de ontwikkelingen onder de ICC’s; er ligt een aanzienlijk potentieel verdere contacten met seculiere leefgemeenschappen.
3.2: Er is grote behoefte aan de ontwikkeling en implementatie van een programma voor sociale communicatie in een seculiere omgeving.
In de contacten werd duidelijk dat de meeste ICC’s worstelen met de gevolgen van de secularisering. Zoals de kerken in het algemeen merken ook de ICC’s meer en meer dat de kennis over de inhoud van religie, over de betekenis van religieuze taal en symbolen steeds sneller afneemt en dat er geen basiskennis van het christendom kan worden verondersteld bij het grootste deel van het publiek. Tegelijkertijd is er een bescheiden maar onmiskenbaar groeiende belangstelling voor het religieuze leven, de christelijke spiritualiteit, pelgrimeren, waarneembaar. Veel intentional Christian communities worstelen met het vinden van adequate antwoorden op de toenemende uitdagingen, worstelen om die uitdagingen van de secularisatie aan te gaan. Soms wordt de behoefte aan goede, aansprekende communicatie niet gezien, of ze wordt wel gezien maar kan niet gerealiseerd worden zonder hulp van buitenaf. Professionele, actuele (zelf)communicatie is een absolute noodzaak voor alle ICC’s in welk stadium van ontwikkeling of voltooiing dan ook.
3.3: Er is grote behoefte aan ondersteuning van ICC’s bij de ontwikkeling van langetermijnbeleid.
Bij veel ordes en congregaties is er een sterke neiging om niet meer dan één of twee jaar, maximaal drie jaar vooruit te plannen. Deels wordt dit veroorzaakt door het feit dat veel ordes en congregaties bezig zijn met de zogenaamde verantwoorde voltooiing, waarbij er geen behoefte lijkt te zijn aan beleidsplanning op lange termijn. Deels komt dit doordat bestuursleden zozeer in beslag genomen worden door het dagelijks managen dat er nauwelijks tijd of mentale ruimte overblijft voor een langere termijnplanning. Verantwoorde voltooiing kan in veel van de ordes en congregaties een noodzaak zijn; een tweesporenbeleid van voltooiing naast een openheid voor een nieuwe of aangepaste missie is echter in veel gevallen mogelijk en wenselijk. En dan wordt beleidsplanning op lange termijn een (dringende) verplichting.
Aan de andere kant bevinden veel van de nieuw opgerichte ICC’s zich nog in de fase van ontwikkeling en het zoeken naar hun identiteit en zending. Hierdoor zijn ook deze organisaties terughoudend in het vooruit plannen voor een langere periode. Om gezien de snelle secularisatie in de toekomst een herkenbare impact te bereiken, kunnen de ICC’s het zich niet veroorloven om af te zien van beleidsplanning op lange termijn, maar moeten ze dit opnemen in hun algemene beleid.
De invoering van het concept ‘spirituele familie’ kan hierbij helpen. Een spirituele familie wordt gezien als de hele groep van ordes, congregaties, lekenverenigingen, onderzoeksinstellingen, enzovoorts binnen één grote spirituele traditie (Franciscaans, Dominicaans, Ignatiaans). Lange termijnplanning is een verplichting voor het geheel van zo’n specifieke geestelijke familie en niet alleen de verplichting van een individuele instelling.
3.4: De noodzaak om de gevestigde en nieuwe ICC’s bewust te maken van een gedeelde verantwoordelijkheid met betrekking tot het spirituele erfgoed.
Veel van de nieuw opgerichte ICC’s verbinden zich expliciet met een van de gevestigde spirituele tradities of ontwikkelen een identiteit door gebruik te maken van elementen uit deze tradities. Verbazingwekkend genoeg lijkt dit te gebeuren zonder de (nog steeds) levende gemeenschappen die volgens deze tradities leven daarbij te betrekken. Het gevolg hiervan is dat veel van deze nieuwe ICC’s min of meer geïsoleerd daaraan werken en tot op zekere hoogte het wiel opnieuw moeten uitvinden.
Er is ook een bescheiden maar duidelijk groeiende belangstelling van buiten de ICC’s voor de christelijke spirituele tradities en die van ordes en congregaties in het bijzonder. Veel van de gevestigde ICC’s kennen een terughoudendheid of onvermogen om met de buitenwereld te communiceren over hun spiritualiteit/spirituele erfgoed. ICC’s, met inbegrip van de organisaties in het proces van voltooiing, worden opgeroepen om vanuit hun spirituele ‘schatkamer’ te delen en te reageren op de verlangens en verzoeken van buiten hun organisaties.
Deze vier hoofdconclusies van het project Monastorale Pastorale Zorg werden vertaald naar de vier hoofdactiviteiten van het vervolgproject ‘Netwerken van Opzettelijke Christelijke Gemeenschappen’.