Nieuwe Monastiek, recente ontwikkelingen en uitdagingen rond christelijke gemeenschapsvorming

Ds. Rosaliene Israël

Congres | Zaterdag 30 november 2019

Nieuwe Monastiek, recente ontwikkelingen en uitdagingen rond christelijke gemeenschapsvorming

Ds. Rosaliene Israël

Congres | Zaterdag 30 november 2019
[origineel]

Er was eens, lang geleden een tijd dat in een stad als Amsterdam, waar ik bijna twintig jaar woon en als werk, één op de vijf inwoners monnik was en één derde van de oppervlakte van de stad bestond uit kloosters. Hoewel die tijd ver achter ons ligt, heb ik een aantal jaren geleden tijdens een symposium over de toekomst van religie in de stad betoogd dat de monniken terug zijn. En wel in de gedaante van voornamelijk jonge protestanten, die samen leven, bidden en gastvrijheid bieden in moderne stadskloosters en christelijke leefgemeenschappen. Niet alleen in Amsterdam, maar in allerlei steden en streken van het land.

Graag deel ik met jullie welke ontwikkelingen er in de christelijke gemeenschapsvorming gaande zijn, waarom juist nu, en welke uitdagingen er liggen met het oog op de toekomst van deze nieuwe gemeenschappen en hun plek in het religieuze landschap.

Wat is er aan de hand?

Het aantal kerkleden en kerkgangers neemt al jaren gestaag af en steeds minder mensen identificeren zich met christelijke geloofsopvattingen. Tegelijkertijd is er onverminderd behoefte aan zingeving en zoeken mensen naar vormen van spiritualiteit buiten de gebaande, institutioneel-kerkelijke paden. In reactie op deze ontwikkelingen heeft de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in 2012 besloten om geld vrij te maken om honderd ‘pioniersplekken’ te realiseren: experimentele vormen van kerk-zijn, gericht op populaties en sectoren van onze maatschappij, die van de kerk vervreemd zijn.

Een groeiend aantal van deze initiatieven heeft ‘monastieke’ trekken. Denk aan Bid in de binnenkamer, een ‘klooster in the cloud’, met een getijdengemeenschap en een virtueel klooster en Nijkleaster, een nieuwe monastieke gemeenschap rond een historisch kerkje op het Friese platteland, waar spirituele retraites en pelgrimages georganiseerd worden, geïnspireerd op de spiritualiteit van Iona.

Inmiddels maken deze monastieke initiatieven deel uit van de toekomst-agenda van de PKN en wordt het belang onderkend van lerende netwerken die zich expliciet op deze nieuwe gemeenschapsvormen richten. Dat is zeker in het kader van deze studiedag een boeiende ontwikkeling, omdat tegelijkertijd in uw context, die van het religieuze leven, wordt gezocht naar wegen om monastieke spiritualiteit en haar tradities te bewaren en te ontsluiten voor de toekomst.

Die interesse voor nieuwe gemeenschapsvormen geïnspireerd op monastieke spiritualiteit is er trouwens niet alleen binnen de PKN, maar in de breedte van de protestantse wereld. Dan denk ik bijvoorbeeld aan Ki Tov (in Utrecht, in een pand van de Fraters van Tilburg), geïnspireerd door de spiritualiteit van Taizé en het Kleiklooster (in Amsterdam Zuid-Oost), geïnspireerd door de Benedictijnse spiritualiteit.

Inmiddels wordt er binnen het protestantse taalveld gesproken van een ‘nieuwe monastieke’ beweging. Deze terminologie hebben we te danken aan de Amerikaanse publicist Shane Claiborne, die, geraakt door de maatschappelijke problemen in zijn stad en aangestoken door de monastieke idealen van de Benedictus en Franciscus, met vrienden een gastvrije gemeenschap stichtte. Dit initiatief groeide uit tot een beweging van gemeenschappen, die ‘new monasticism’ genoemd wordt. Gemeenschappelijke delers zijn vreedzaam, contemplatief en ‘geordend’ leven, gastvrijheid ten opzichte van vreemdelingen en ecologisch bewustzijn (omschreven in 12 Marks of a New Monasticism, Wilson-Hartgrove, 2005, xii-xiii). Claibornes ideeën inspireren ook jonge, oorspronkelijk orthodoxe protestanten in Nederland, die we terugvinden onder de bewoners en initiatiefnemers van stadskloosters en christelijke leefgemeenschappen.

Waarom nu?

Ik denk dat de groeiende interesse in nieuwe monastieke gemeenschapsvormen een antwoord is op een aantal in elkaar grijpende godsdienstsociologische ontwikkelingen en maatschappelijke factoren. Ik noem er twee.

De eerste wordt gevormd door de spirituele ontwikkeling en behoefte van een nieuwe generatie. Uit onderzoek blijkt dat – anders dan populaire secularisatie-theorieën voorspelden – jonge (met name protestantse) christenen ‘religieuzer’ zijn dan haar voorgangers. In toenemende mate voelen jongeren zich aangetrokken door gemeenschappen, die zich richten op onderlinge verbondenheid en groepsvorming, waar wederzijdse morele oriëntatie geboden wordt en ruimte is voor emoties en direct contact met het goddelijke (De Hart, 2014, 66-67; Maffesoli, 1996, 83-84).

De tweede factor is de maatschappelijke context waarbinnen deze nieuwe gemeenschapsvormen zich ontwikkelen. De combinatie van het betekenisverlies van institutionele kerken en grote maatschappelijke uitdagingen– denk aan de vluchtelingenproblematiek, de economische crisis en klimaatverandering – leidt ertoe dat de nieuwe generatie zich ook concreet in wil zetten in haar omgeving, en een zoekt naar een alternatieve, vreedzame en duurzame manier van leven.

Frank Mulder, die geïnspireerd door Claiborne en zijn nieuwe monastiek de Overhoop- gemeenschap stichtte in de Utrechtse achterstandswijk Overvecht, verwoordt het waarom achter zijn gemeenschap dan ook heel treffend:

‘De wereld verandert snel. Vaste kaders verdwijnen, zowel op moreel als op economisch gebied. Gemeenschappen worden zwakker en mensen moet steeds meer als individu hun leven vormgeven. Vooral voor mensen aan de onderkant is dat moeilijk, maar ook voor high-potentials is het vaak niet meer helder waar je nu voor leeft. Wat betekent het in deze setting concreet om Gods koninkrijk te zoeken, om samen kerk te zijn, om als familie van God iets te laten zien van de nieuwe wereld die gaat komen? Dat kan niet in je eentje. Daarom is het belangrijk om nieuwe gemeenschappen op te richten waar een andere manier van leven centraal staat, een leven van liefde en vrede, gebed en gastvrijheid.’

Wat zijn de uitdagingen voor de nabije toekomst?

Ik verwacht dat het aantal stadskloosters en christelijke leefgemeenschappen nog zal groeien. En het lijkt me dus relevant om hun spiritualiteit, manier van leven en bijdrage aan de samenleving nauwkeuriger in beeld te brengen. Ik hoop dat dat ook leidt tot reflectie binnen de institutionele kerken. Wat zegt de aantrekkingskracht van deze gemeenschappen over de kerk, haar spiritualiteit en missie in de wereld en de manier waarop zij die vormgeeft?

De intensieve manier van samenleven in een christelijke gemeenschap en alle dagelijkse en intermenselijke strubbelingen, maakt het gemeenschapsleven ook tot kwetsbare onderneming. Het is dan ook van levensbelang voor gemeenschappen om netwerken te ontwikkelen, waarbinnen good practices gedeeld worden en spirituele bemoediging en begeleiding geboden wordt. Recent is met het oog hierop de vereniging van religieuze leefgemeenschappen opgericht. Een netwerk dat de potentie heeft om uitgebouwd te worden tot een leer- en expertisenetwerk van gemeenschappen.

Maar ik denk dat het ook goed en nodig is dat traditionele religieuze gemeenschappen, kloosters en congregaties en de nieuwe christelijke leefgemeenschappen elkaar over en weer ontmoeten. Dat gebeurt al op individuele basis, maar hoe mooi zou het zijn als eeuwen- en decennialange ervaring met langdurig commitment, inwijding in geordend leven, de relatie tussen kerk en klooster, spirituele begeleiding, dagelijks gebed en gastvrijheid op grotere schaal en reguliere basis uitgewisseld zou worden met de nieuwe leefgemeenschappen?

De monniken zijn terug. Ze zien er een beetje anders uit, en ja, ze zijn voor een groot deel oorspronkelijk protestants. Maar ze weten zich – dat durf ik wel te stellen – zonder uitzondering geïnspireerd door het religieuze leven dat u vertegenwoordigt. Ze staan voor de gigantische uitdaging om een nieuwe vorm van religieus leven in de praktijk te brengen, en zijn bereid om daar lijf en leden, ziel en zaligheid aan te verbinden. En hun behoefte aan inspirerende voorbeelden en betrokken ervaringsdeskundigen is groot. Dus daarom – wat was dat spreekwoord ook alweer – wie de schoen past trekt hem aan?

Bekijk video:

Eindnoten / Literatuurlijst

  • Berger, P., Davie, G. and Fokas, E. 2008. Religious America, Secular Europe? A Theme and Variations. Burlington: Ashgate Publishing Company
  • Bernts, A.P.W. and Berghuijs, J. (eds.). 2016. God in Nederland, 1966-2015. Kampen: Ten Have
  • Brouwer, R. 2012. “The Simple Way.” A practical theology of new monasticism”, Jaarboek voor liturgieonderzoek 28, pp. 167-151
  • Claiborne, S. 2005. School(s) for Conversion: 12 Marks of a New Monasticism. Eugene: Cascade Books
  • Cray, G., Claiborne, S., Freeman, A. et al. 2010. New Monasticism as Fresh Expression of Church. Ancient Faith, Future Mission. London: Cantebury Press
  • Davie, G. 2002. Europe: The Exceptional Case, Parameters of Faith in the Modern World. London: Darton, Longman and Todd Ltd
  • Israël, R.P. 2015. Monastiek pionieren, een verkenning. In opdracht van de afdeling Missionair Werk van de Protestantse Kerk in Nederland,
  • Maffesoli, M. 1996. The time of the tribes. The decline of individualism in mass society. (Trans. by Don Smith) London: SAGE Publications
  • Markofski, W. 2015. New Monasticism and the Transformation of American Evangelicalism. Oxford: University Press

Over de auteur

Ds. Rosaliene Israël

Protestantse Kerk Amsterdam