De Werkgroep van Benedictijnse Oblaten

Zr. Lydia Stritzl

Meer | Nieuw | Reflectieve artikelen

De Werkgroep van Benedictijnse Oblaten

Zr. Lydia Stritzl

Meer | Nieuw | Reflectieve artikelen
[origineel]

De Werkgroep van Benedictijnse Oblaten is een netwerk van Benedictijnse gemeenschappen met hun oblaten-instituten in Duitstalige landen. De werkgroep telt momenteel ongeveer 60 leden, afkomstig uit Benedictijnse en Cisterciënzer kloosters en uit protestantse gemeenschappen.

Oblaten zijn meestal leken, maar ook priesters en diakens sluiten zich aan bij de kloosters en vinden in het Oblaat-zijn steun voor hun dienst in de kerk. Wat zij in de meest uiteenlopende vormen gemeen hebben, is hun oriëntatie op de Regel van Sint Benedictus en de verwerkelijking daarvan buiten het kloosterlijke leven.

De geschiedenis van de werkgemeenschap

In de loop van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-65) riep de toenmalige conciliedeelnemer en aartsabt van Beuron Benedikt Reetz OSB de eerste vergadering bijeen van de “oblatenvaders” van de Beuron-congregatie, in de loop waarvan een gemeenschappelijk Oblatenboek voor alle congregaties werd gecreëerd. De gemeenschapsstructuur onder de oblaten werd ook versterkt. Tijdens verdere bijeenkomsten wordt de betekenis van de conciliedocumenten voor de oblatuur, die wordt opgevat als “kerk in het klein”, belicht. Het gevolg hiervan is het naar elkaar toegroeien van de leden van de werkgemeenschap en de discussie over statuten en riten. In hetr bestuur van de werkgemenschap zijn oblatenrectoren en oblaten vertegenwoordigd.

Dr. Irmgard Patricia Schmidt-Sommer (Oblate van de aartsabdij van St. Ottilien, mede-oprichtster van de ARGE, langdurig bestuurslid en archivaris van de ARGE) heeft een gedetailleerd verslag geschreven over het ontstaan en de ontwikkeling van de Werkgroep van Benedictijnse Oblaten tot 2011: Van isolement naar saamhorigheid.

Groeiende structuren

Op vergaderingen van de werkgroep in 1974 en 1982 werden de zakelijk vragen en de wijze waarop deze in de afzonderlijke kloosters werden behandeld, besproken. De vraag hoe de benedictijnse grondslagen van de spiritualiteit in de oblatuur duidelijker kunnen worden benadrukt, leidt tot de naamsverandering van “Wereld Oblaten” in “Benedictijnse Oblaten” op de bijeenkomst van 1982. De Werkgemeenschap van Benedictijnse Oblaten werd geboren en nam statuten en riten aan. In de jaren zeventig traden cisterciënzer- en, vanaf 1998, protestantse gemeenschappen die leven volgens de Regel van Sint Benedictus toe tot de werkgemeenschap.

Statuten

De statuten van 1984 werden tijdens de vergadering van 1998 vervangen door een uitgebreid statuut, omdat de taken uitgebreider en de werkzaamheden gedifferentieerder waren geworden. Sindsdien zijn er in het bestuur nog een oblaat-rector en een oblaat bijgekomen – ook omdat er intussen verschillende kloosters tot de werkgemeenschap waren toegetreden. Met de deelname van de protestantse gemeenschap van Schwanberg, die leeft volgens de regel van Benedictus, breidde de werkgemeenschap zich in 1998 uit in de richting van de oecumene.

Engagement

De belangrijkste activiteiten en programma’s van de werkgemeenschap omvatten:

  • Regelmatige conferenties, conferenties van rectoren en bestuursvergaderingen.
  • Coördinatie van de Duitstalige delegatie voor het Wereldoblatencongres
  • Publicaties (“Onder de leiding van het Evangelie”, “Op weg met Benedictus”, Oblaten ABC)
  • Tentoonstellingen over Benedictijnse Oblatuur
  • Retraites
  • Public relations en uitwisseling in de nieuwe media

Raad van bestuur

De in 2017 gekozen leden van de raad van bestuur zijn:

  • Voorzitter: Zr. Lydia Stritzl OSB, Abdij van St. Hildegard, Rüdesheim – Eibingen
  • Vice-voorzitter: P. Oliver Kaftan OSB, abdij Kornelimünster, Aken
  • Zr. Ruth Lazar OSB, St. Gertrud Abdij, Alexanderdorf
  • Zr. Johanna Domek OSB, Benedictines van het Heilig Sacrament, Keulen-Raderberg
  • Helga Jütten, Oblate van de Benedictinessen van Keulen-Raderberg
  • Ingeborg Krümpelbeck, Oblate van de Benedictinessen van het Heilig Sacrament, Osnabrück
  • Dr. Jean Ritzke Rutherford, Oblate van de Abdij van Niederaltaich

Toekomst

De belangstelling voor de oblatuur is in de afgelopen 20 tot 30 jaar toegenomen. Veel mensen zijn op zoek naar innerlijke rust. Zij merken dat dit voor hen alleen mogelijk is als zij hun leven intensiever op God richten. De band met een klooster is in dit verband erg belangrijk voor hen. In de kloosters zoeken zij een geestelijk thuis dat zij in de parochies niet of niet meer vinden. Voorts kan worden vastgesteld dat ook de oblatuur de laatste decennia is veranderd. Het is uitgegroeid tot een roeping op zich. De oblaat zoekt serieus naar God en wil dit ook beleven in de familiale en professionele omgeving. Vooral op professioneel gebied is dit vaak niet gemakkelijk.

Bovendien is er een tendens waarneembaar dat de oblatengemeenschappen van vele kloosters groter worden dan de kloostergemeenschappen. Deze ontwikkeling zal in de komende jaren nog toenemen door de afnemende omvang van kloostergemeenschappen of de opheffing van kloosters.

Als gevolg daarvan zal ook de verhouding van de kloosters tot de oblaten veranderen, b.v. door de medewerking van oblaten aan bepaalde opgaven van de kloosters. Maar het komt ook voor dat een communiteit niet langer kan voorzien in een oblatenrector. Hoe kan een relatie met het klooster dan op een positieve manier beleefd worden? In de toekomst zal dit resulteren in ontwikkelingsprocessen en -taken voor zowel de kloosters als de oblatengemeenschappen en dus ook voor de ARGE.

Abt Emeritus Notker Wolf OSB / St. Ottilien heeft in 2005 het initiatief genomen tot de zogenaamde Wereld Oblaten Congressen, die om de 4 jaar in Rome plaatsvinden. Dit gaf de aanzet tot een wereldwijd netwerk van oblaten. Op deze wijze is er een uitwisseling gegroeid op vele verschillende niveaus, die zeer verrijkend is voor de oblaten van de afzonderlijke landen. Een blik op het leven en de organisatie van de oblaten in de Verenigde Staten kan bijvoorbeeld zeer goede stof tot nadenken geven voor ons hier in Europa.

De oblatuur is door de eeuwen heen altijd in beweging geweest. En zo is het ook vandaag. Dit is een teken van de vitaliteit van deze vorm van leven, die het leven van de kloosters op vele manieren kan verrijken.

Zr. Lydia Stritzl OSB, Abdij van St. Hildegard / Rüdesheim – Eibingen

Website