Dit is een geheel van zakelijke gegevens. Maar wat betekent dit voor het niet zakelijke? Doordat de eerste nieuwkomers in de communiteit van de fraters werden opgenomen, was het vanzelfsprekend dat de overste van de fraters ook door de niet-fraters als de overste gezien en benaderd werd. Men richtte zich tot de overste met mededelingen van afwezigheid, of vroeg hem of het goed was dat men bezoek kreeg en of men kon mee eten e.d. Dat ging allemaal op een vanzelfsprekende wijze.
Recent is er een grote verandering gekomen in de situatie: op 1 maart 2021 is al het onroerend goed van het Jozefhuis in De Bilt verkocht aan de Vastgoedgroep Lenferink in Zwolle. De Lenferink Groep is daarmee tevens de verantwoordelijke geworden voor het leveren van zorg en service. Wij hebben als fraters dus geen verantwoordelijkheid meer voor grond en stenen, maar ook niet voor het samen leven, waarbij wel geprobeerd wordt om het kloosterleven zoveel mogelijk te kunnen voortzetten. Wij, fraters, zijn van eigenaar allemaal huurder geworden, niets meer of minder dan de andere bewoners. Bepaalde ruimten zoals kapel met toebehoren, refter en recreatiezaal blijven voor gebruik door ons. Andere ruimten zijn voor de nieuwe eigenaar. Voor leegkomende appartementen is de nieuwe eigenaar de instantie om nieuwe bewoners te zoeken en toe te laten. Wel is bepaald dat leden van gemeenschappen die nu hier al aanwezig zijn enige mate van voorkeur kunnen hebben en met de fraters wordt wel overleg gepleegd over kandidaten voor een appartement. Fijn dat we dus samen proberen om gelijkgestemde personen toe te laten, maar we weten allemaal dat die bron langzaam maar zeker gaat opdrogen. Nu loopt het nog goed, maar voor hoe lang…..? Hoe lang houden we het nog in deze eigen sfeer. Bij de presentatie van de plannen begon een van de zorgaanbieders bij het eerste gesprek al over het organiseren van de maaltijden, waarbij de tijden flexibel konden worden en er met keuzemenu’s kon gewerkt worden….. Dat idee alleen al ondergraaft het gemeenschapsleven. Wij hebben altijd de drie K’s geleerd als de grondregel van een kloosterleven die daarvoor belangrijk zijn: de K van kapel, keuken en koffie! Het gaat niet om samen bidden, eten, koffiedrinken, maar het gaat om “gemeenschappelijk”, het gaat om als gemeenschap bij elkaar te komen en samen te delen! Dat is een groot verschil met een niet-kloosterlijk huis, bijvoorbeeld een bejaardenhuis waar men zelf bepaalt hoe laat men kan gaan eten, omdat er flexibele tijden en keuzemenu’s zijn…..