De Abdijhoeve Betlehem van de Sint Willibrordsabdij te Doetinchem

Op 23 september 2021 was de feestelijke opening van Abdijhoeve Betlehem de bekroning van een omvangrijk bouwproject dat vijf jaar eerder in gang was gezet. Eind 2016 besloten de monniken van de Sint Willibrordsabdij tot uitbreiding van het toenmalige stiltecentrum met het oog op een hoger rendement van de bestaande gebouwen ten behoeve van een stabiele financiële basis voor de abdijgemeenschap. Toch gaat het hier niet alleen om een verdienmodel, maar om een fundamentele keuze voor de gastenontvangst als een vorm van apostolaat die ook een teken van onze tijd wil zijn.

“Vergeet de gastvrijheid niet; door haar hebben sommigen zonder het te weten engelen onthaald” schrijft de auteur van de Hebreeënbrief (13,2). Jezus zelf had tijdens zijn prediking getuigd dat bij het laatste oordeel zal blijken dat zijn leerlingen in de vreemdelingen Hemzelf hadden ontvangen (vgl. Mt. 25, 31-46). Het belang van de gastvrijheid is reeds in het Oude Testament op bijzondere wijze geïllustreerd door de gastvrijheid van Abraham (Gen. 18). Hij ontvangt drie mannen die goddelijke gezanten blijken te zijn en hem de geboorte van een zoon aankondigen.

De monniken, die in de vierde en vijfde eeuw in de woestijnen van Egypte, Syrië en Palestina verbleven als kluizenaar, hechtten, geheel in de lijn van deze Bijbelse getuigenissen, grote waarde aan de gastvrijheid als teken van naastenliefde. In de Regel van de Westerse monnikenvader Benedictus van Nursia (+ 547) vinden we vervolgens een uitgebreid hoofdstuk dat gewijd is aan het ontvangen van gasten binnen de monnikengemeenschap. “Alle gasten worden ontvangen als Christus zelf” zo opent dit hoofdstuk (RB 53,1). Daarmee wordt een spiritueel fundament gelegd voor de praktijk van de gastvrijheid in de kloosters die leven volgens de Benedictijnse Regel.


Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *